BACK TO BASICS

Wat is het tegengif voor de eenzaamheid en frustratie in de samenleving? Volgens Hellen Veldbloem is het recept niet zo ingewikkeld: back to basics. Het zit hem in simpele dingen zoals goeiedag zeggen op de tram, een spel spelen in de frisse buitenlucht, samen koken, muziek maken en lachen. Met haar culturele vereniging ‘Wimakandra’ (letterlijk: ‘wij met elkaar’) wil ze die Surinaamse levenskunst aan anderen meegeven.

“Ik ben Hellen Veldbloem, van origine van Suriname, maar ook geboren met een Nederlandse nationaliteit. Na enkele jaren in het drukke Rotterdam, verlangde ik vijftien jaar geleden terug naar de rust en de natuur van Suriname. Ik ben opgegroeid in de hoofdstad Paramaribo. Het land is één van de zeven longen van de wereld, dus zelfs in Paramaribo heb je er nog heel veel groen om je heen.”

Net toen ze op het punt stond om terug te keren, bracht het toeval haar in Wijnegem, bij Antwerpen. “Wijnegem komt een beetje in de buurt van Suriname. (lacht) Het is er heel gemoedelijk en er is veel groen. Het belangrijkste: er is rust, iets waar ik heel erg naar verlangde door het gehaaste leven van de jaren ervoor.” De voorlopige tussenstop werd een nieuwe thuisbasis.

Back to basics


Wat Wijnegem tot voor kort wel miste, was een actieve culturele vereniging. Het verenigingsleven was er een beetje in slaap gewiegd. “Ik heb het lokale bestuur benaderd en startte in 2018 met onze vereniging ‘Wimakandra’, vrij vertaald ‘wij met elkaar’. Je hoort er Nederlands in doorklinken, maar ook het Engelse ‘we’. De Surinaamse taal is een mengeling van Frans, Spaans, Portugees en Engels.” Wimakandra behoort tot één van de vele verenigingen die FMDO ondersteunt vanuit Antwerpen.

Wimakandra wil de Surinaamse tradities tot leven brengen: de klederdracht, spelletjes, de taal, de typische gerechten. Als startschot organiseerde ze een middag waar je Surinaamse (kinder)spelen kon ontdekken. Het bracht tientallen mensen, jong en oud, op de been. “Het was zo mooi. Er waren geen telefoons meer te bekennen. Iedereen was actief bezig. Dan heb je je doel bereikt.” Voor Hellen gaan tradities over veel meer dan nostalgie. Er zit een filosofie achter: “

Ons voornaamste doel is back to basics. We willen mensen opnieuw in contact brengen met elkaar door samen eenvoudige dingen te doen.” Tijdens ons gesprek komt de vraag vaak terug: wat doet er echt toe in het leven? “Door onze gehaaste levensstijl geraken we heel veel kwijt. Er is niet alleen veel conflict in de wereld, maar ook de strijd om hoger op de maatschappelijke ladder te komen. Ik holde zelf lang van afspraak naar afspraak. Maar wat heb je aan het einde van de rit nodig? Elkaar eigenlijk. Dat dreigt echt verloren te gaan. Met de COVID-19-epidemie hebben we gezien hoe eenzaam mensen zijn. Je mocht en kon niet bij elkaar komen. Veel mensen zijn alleen gestorven.”

Het einde van de rit

Dat Hellen steeds opnieuw op de grote thema’s uitkomt, is niet toevallig. Ze begeleidt al vijfentwintig jaar mensen op hun laatste reis als zelfstandig verpleegkundige via palliatieve zorg. “In Nederland heb ik even in een ziekenhuis gewerkt. Maar dat was niets voor mij. Het was veel te gehaast. Even praten met een patiënt, dan snel naar een andere taak. Je hebt geen tijd voor mensen. Het is eigenlijk een bedrijf, eerder dan een plek om te genezen.”

Vandaag probeert ze als palliatief verpleegkundige een rustige omgeving te scheppen voor de persoon die alles moet achterlaten. “Je kunt in een ruimte zijn met heel veel familieleden, maar je zo ver verwijderd voelen van alles. Mensen die sterven zijn bang en hebben meestal bepaalde zaken nog niet helemaal afgerond. Het is hun laatste kans om iets voor zichzelf te doen, maar vaak zijn ze bezig met zorgen voor de mensen die om hen heen staan. Ik kom dan tussen: nu even niet, nu is er rust en ruimte nodig voor degene die gaat sterven. Ik stel hen de vraag: wat zou jij nog willen? Ik kijk wat mogelijk is. Vaak zijn dat simpele dingen, maar ze zijn wel belangrijk.”

Generatie Z

Eerst werd met Wimakandra vooral de oudere generatie aangesproken, maar ze richt zich meer en meer op kinderen en jongeren. Zelf is Hellen grootmoeder van vijf kleinkinderen, tussen zes maanden en zestien jaar oud, die vaak bij haar over de vloer komen. “Jongeren van Surinaamse origine horen eigenlijk nergens, maar ook weer overal thuis. Vaak zijn ze gepest geweest om hun kleur. Als kinderen dat zo jong ervaren, groeien ze daarmee op en gaan ze zich daar later naar gedragen. Dat maakt het moeilijk voor hen om echt zichzelf te zijn. Binnen de vereniging bespreken we dat soort dingen. We helpen hen om hun roots te herontdekken en om te ‘aarden’. Zo krijg je een stabielere groep mensen. Het gaat niet over de individuen, maar het raakt de hele samenleving.”

Mannen op een voetstuk

Hellen merkte de laatste jaren dat donkere mannen zich vaak niet goed in hun vel voelen. “Als donkere mannen geloven dat ze negatief bekeken worden, doen ze hun best niet meer om anderen te overtuigen van het tegendeel. Ik heb vijf broers en weet dat de vooroordelen over mannen vaak niet kloppen. In Suriname zeggen ze tegen mannen dat ze niet mogen huilen. Maar een man heeft toch ook gevoelens? Dat soort vooroordelen willen we dus afzwakken.” Wimakandra zal binnenkort een ‘Kings Day’ houden waarbij ze mannen bewust op een voetstuk zetten. “We geven ze de boodschap: je mag er zijn. De dag draait om hen, maar we geven ook mee hoe wij ons als vrouw voelen. We willen een dialoog opstarten. Vaak zijn het mannen na hun vijftigste die over hun ware ik durven te praten. Dan zeggen ze: ‘als ik dit vroeger had geweten, dan had ik anders geleefd.’ Die kennis willen we aan de jongeren meegeven.”

We zijn allemaal import

“De geschiedenis van de kolonisatie en de slavernij loopt als een dikke rode draad door het DNA van Suriname. De bevolking heeft roots in Afrika, India, China en Indonesië. Hellen zegt het glimlachend:
‘In Suriname zijn we allemaal import.’” De diversiteit is een bron van trots, maar het slavernijverleden doet nog steeds pijn. “Je hoort wel vaker ‘de slavernij is wel 150 jaar geleden, waar hebben jullie het nog over?’, maar zo’n sterke ervaring wordt doorgegeven van generatie op generatie. De erkenning en herkenning over het slavernijverleden is er nog niet genoeg: er is nog een stuk genezing nodig.

Op een prettige manier willen we de mensen daar op 1 juli mee laten kennismaken. We gaan het verhaal vertellen aan de hand van traditionele klederdracht en liederen die de slaven op de plantages zongen. Daarna gaan we aan dialoogtafels in gesprek. Het gaat ons niet over geld, maar wel om de erkenning dat wat er gebeurd is in het verleden niet juist was. Jij was het zelf niet, het waren inderdaad je voorouders, maar je geniet er tot vandaag van, want het goud in de banken zorgt ervoor dat het land stabiel is. Het verleden is niet voorbij. Je moet het een plek geven.”

Olievlek

Op een paar jaar tijd is Wimakandra uitgegroeid tot een vereniging die tientallen mensen bereikt. Via FMDO kwam Hellen terecht in een groot netwerk van mensen en verenigingen. “Ik leerde FMDO kennen via Leidy die de FMDO-verenigingen in het Antwerpse ondersteunt en sindsdien stalken we elkaar, op een positieve manier. Serieus: ik heb er heel veel geleerd. Vandaag kreeg ik ondersteuning in administratie en ook de opleiding rond Facebook was heel handig.”

Hellen deed mee aan het podcastproject Verhaal de Natuur waarin ze vertelt over hoe ze als kind heerlijke zomers doorbracht aan de oevers van de Cotticarivier in Suriname. “Ik volg momenteel de training ‘Thee, een venster op cultuur.’ Er ging een wereld voor me open toen ik ontdekte dat elke cultuur zijn eigen tradities heeft rond thee. We leren de betekenis achter verschillende theeceremonies kennen en ook zelf fusies maken. Het is de bedoeling dat we dit verder uitdragen. Als de opleiding afgerond is, kunnen scholen, musea of organisaties ons vragen om een theeceremonie te doen.”

Wat Wimakandra doet is heel laagdrempelig en lijkt eenvoudig, maar de doelen die erachter zitten, zijn ambitieus. “Wij hopen dat onze organisatie een olievlek wordt in België die zich verder uitbreidt naar de wereld. Je moet altijd groot durven dromen. Met onze bijdrage kunnen we proberen een betere wereld te maken. Het zijn kleine en simpele dingen die effectief zijn. Hoe vaker je het doet en hoe vaker je het erover hebt, hoe meer mensen je ermee bereikt. We’re dreaming big.”

Tekst en kopfoto © Barbara Deruytter