I’m a bird. Een verhaal van Eveline, Anna, Konstanze, Youssra en Katia.

?????

Throwback naar een jaar of tien geleden.
Wanneer mijn kids nog niet aan mijn heupen kwamen maar aanstekelijk
goed konden shaken. En dat deden we ook, tot tien keer toe na elkaar en nog eens en nog eens…

Op het vrolijk klinkende deuntje van Marco Z.
Ze waren er zot van en ik op den duur ook.

Wat heerlijk zijn die momenten: spontaan, onverwachts en ontwapenend. Momenten waarbij de stress van de dagelijkse ratrace van de schouders valt, geheel op het onverwachts.

Op een zonnige zondag, in de living, in onze pyjama.

Ook de mus had het gezien, vanop zijn plekje op het hek, op diezelfde zonnige zondag.
Hij was van plan om weg te vliegen maar het tafereeltje vond hij leuk, hij bleef nog even kijken van op afstand, ook hij genoot.

Hij zag dat het goed was en vloog verder…
Het deuntje nam hij mee.

’So I’m a feeling like a bird
I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Till someone’s gonna shoot me down
I’m a bird, I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Ain’t my mind gonna shoot me down…’

?????

Lente 2000, Erevan

Een vrouw van 70 jaar met sneeuwwit haar dat ze nooit gekleurd heeft.

Ze is trots en wil haar leeftijdstekens niet verstoppen.

Een vrouw van weinig woorden maar er is zo veel wijsheid in haar stilte, zo veel goedheid

in alles wat ze doet.

Zoals elke ochtend is ze vroeg opgestaan en strooit ze broodkruimels op haar balkon.

Het is haar onmisbaar ritueel sinds ze klein is. Een mus vliegt meteen naar haar toe,

wacht op de leuning van het balkon, kijkt naar de vrouw en luistert naar haar verhaal.

De vrouw bidt. Nu doet ze dat elke dag sinds ze weg zijn.

Voor haar zoon die zo ver weg is en voor haar kleinkinderen.

Ze zijn gevlogen zoals de vogels, duizenden kilometers ver, naar een land waarvan zij de naam enkel tijdens haar kinderjaren gehoord had toen ze nog op school studeerde.

De mus blijft nog eventjes, neemt kruimels in haar bek en vliegt weg.

De vrouw hoopt dat de mus haar gebed naar haar zoon zal brengen.

Mei 2020, Oostende

Ik zit op mijn kleine balkon, doe mijn ogen dicht en geniet van het oneindige liedje van de lentevogels.

Ik luister naar hun verhalen, dan leg ik kruimels en wacht…

?????

De mus vliegt van balkon naar balkon, naar een park en dan naar een andere hoek van de stad. Terwijl hij zich een weg baant, neemt hij vele ervaringen mee in zijn kleine, warme lichaam.

Dat mensen hem op zoveel verschillende manieren behandelden, verraste de mus. Sommigen maakten hem bang of waren bang van hem en anderen begreep hij, ofwel door hun zang, ofwel door de energie die ze uitstraalden. Sommigen waren vrolijker dan anderen, anderen bewuster en vriendelijker.

Vogels zijn anders. Hun missie is genieten van het leven. Vliegen. Vloeien. Dansen. Zingen.

Zang en harmonie is alles voor hen.

De mus had een beetje medelijden met veel van deze aardse wezens omdat ze leven in boosheid en angst voor het leven zelf. Ze hebben het niet begrepen, op enkele uitzonderingen na.

En nu, terwijl hij vliegt, wordt zijn aandacht gevestigd op een groepje kleintjes die met een kleurrijke bal aan het spelen zijn. Drie kleine kinderen lopen, rollen en lachen in bewegingen die lijken op een dans.

De mus landt op een tak in de buurt en kijkt enthousiast toe. Hij houdt van deze kleine wezens. Ze zijn er in alle kleuren en maten, zonder dat ze zich bewust zijn van hun bestemming en hun ruimte. Daar zijn ze gewoon, vrolijk en dansend. En hij vraagt zich af: “waarom zouden ze moeten veranderen?”

?????

De zon schijnt. De zesjarige Lucas zit in een rolstoel in de tuin. Hij kijkt naar een mus die vliegt in de blauwe hemel en op de takken van de boom in de tuin strandt.

Lucas’ mama verplaatst hem in zijn rolstoel naar de schaduw. De mus kijkt benieuwd en verbaasd toe naar deze speciale stoel.

Lucas ziet hem. “Ik ben jaloers op je mus”, zei Lucas. “Je kunt vliegen, je bent vrij en je kunt overal gaan.” “Weet je, mus, nu ga ik een brief aan de kerstman schrijven.”  “Is het geen lente?”, vroeg de mus zichzelf af.

“Ik wil hem vragen mee te vliegen met zijn slede en voor één dag wil ik kunnen stappen met mijn benen, ik wil voetbal spelen met mijn vriendinnen, ik wil zwemmen, springen en lopen in het bos.” De mus beseft nu dat de speciale stoel dient om Lucas zijn leven te verlichten.

?????

De mus denkt meteen terug aan het moment waarop hij zelf zijn pootje had gebroken. Hij had toen het geluk gehad om op het balkon van een oudere dame te landen. Zij had erg goed voor hem gezorgd. Ze had hem een mooie mand gegeven, zijn pootje gespalkt en hem verwend met heerlijk graan en fris water. Op korte tijd heelde de wond aan zijn poot en kon hij weer vrij rondfladderen in de mand. Hij was nog niet sterk genoeg om te vliegen en was erg gehecht geraakt aan de oudere dame. Hij zag hoe ze elke dag een gebed deed voor haar zoon en kleinkinderen, dat raakte de mus.

Op een dag was hij sterk genoeg om terug te vliegen en lonkte de vrijheid. Hij hupte uit zijn mand en trok de wijde wereld in maar deze keer niet zomaar. Hij had een missie: hij zou de gebeden van de oude dame tot bij haar zoon en kleinkinderen brengen. Via het sterke netwerk onder de mussen vond hij hun adres. Dagen, weken heeft de mus gevlogen… tot hij een man aan een raam zag verschijnen die sprekend op de oudere dame leek.  Uren heeft hij staan tjilpen aan hun raam om alle boodschappen van de oudere dame aan hen door te geven en ook hun liefde voor de mus was duidelijk voelbaar.

Nu de mus de kleine Lucas had gezien, wist hij dat hij opnieuw een missie had. Deze keer moest hij de kerstman weten te vinden, helemaal tot aan de Noordpool. Geen makkelijke opdracht maar het was pas lente en hij had tijd tot december. En hij voelde gewoon dat hij dit moest doen voor Lucas zodat hij één dag eens samen met de mus zou kunnen vliegen.

Deel