1
Bzzz, bzzz, bzzz… Lukas tast met zijn arm in het donker naar de wekker en drukt hem op de snooze stand. Het is 7u15, nog 10 minuutjes denkt hij en hij draait zich nog een laatste keer om vooraleer hij opstaat.
Hij doet de vaalgele gordijnen open en kijkt naar buiten. Hij zucht bij het zien van de grijze, miezerige ochtend. Het weer is al weken zo, geen streepje zon hebben ze in maart gezien. Misschien klaart het vanmiddag toch een beetje op, hoopt hij bij zichzelf, hij moet immers dat belangrijke pakje bezorgen.
Het pakje, zo groot als een sigarendoos ligt op zijn keukentafel. Hij kijkt ernaar en leest de bijgevoegde brief voor de tiende keer hardop. “Lukas, dit pakje bevat levensbelangrijke informatie, je moet dit zo snel mogelijk naar professor Anderson brengen zodat hij onmiddellijk aan de slag kan om een antiserum te maken. Als je de missie tot een goed einde brengt, kunnen we de veiligheid van je familie garanderen en zal je rijkelijk beloond worden. Groeten T.”
Lukas denkt na, het is nu al dag 245 van de lockdown en nog steeds is er geen antiserum gevonden. Hij begint ongerust te worden, angstig dat vroeger nooit meer zal terugkomen. Al van het begin werd hij gecontacteerd door de geheime dienst IBF om undercover opdrachten uit te voeren. Lukas werkte vroeger als chemicus bij een overheidsbedrijf. Hij heeft hard gewerkt voor zijn universitair diploma en nu is hij gedegradeerd tot simpele loopjongen die grote risico’s neemt. Hij is heel zijn leven punctueel geweest en heeft zelfs nog nooit een parkeerboete of boete voor te snel rijden gehad. Altijd alles volgens de regeltjes. Nu doet hij alleen nog maar illegale zaken om ervoor te zorgen dat zijn lieve vrouw Eline en zoontje Robin in leven blijven. Waar zijn ze? Elke avond bidt en smeekt hij tot hen. Wat is er toch 245 dagen geleden met hen gebeurd? Hij kwam thuis van zijn werk en zag de deur van zijn appartement op een kier staan. Zachtjes duwde hij de deur verder open. Heel zijn appartement was overhoop gehaald. Papieren, boeken, kussens in het rond. Wat zochten ze? Sindsdien heeft hij zijn familie niet meer teruggezien. De opdrachten van de IBF heeft hij eveneens nodig om wat centen te verdienen, om een brood te kunnen kopen, om in leven te blijven. Als hij betrapt wordt, is de miserie niet te overzien. Voor hem niet, maar ook voor zijn omgeving niet.
Mensen mogen enkel te voet op straat om naar de winkel te gaan. Fietsen, auto’s, trams en bussen zijn uit het straatbeeld verdwenen. Het pakje moet naar Wenduine, hier 15 km vandaan. Als hij goed doorstapt is hij al gauw 6 uren onderweg. Toch een groot risico om opgepakt te worden. Er is geen kat op straat dus hij moet voorzichtig en snel te werk gaan. Zeker niet de aandacht trekken.
De terroristische aanslag die het genetisch gemanipuleerde virus liet ontsnappen uit een laboratorium werd ondertussen opgeëist door de groep El Conto. Er is tot op heden bitter weinig geweten over het hoe en waarom. Het virus verandert continu zijn DNA wat het voor wetenschappers extra moeilijk maakt om een geschikt antiserum te vinden. Bij besmetting bedraagt de mortaliteit 50%. 50%! De helft van de wereldbevolking is bedreigd. Proefpersonen om te testen of het antiserum werkt zijn eveneens moeilijk te vinden na de verschillende fiasco’s die eerder op het nieuws werden vermeld. Verminkingen, gedragsveranderingen tot zelfs overlijden na toediening van een proefvaccin. Angst besluipt hem. Ze zullen Eline of Robin toch niet gebruiken als proefpersonen? Niet aan denken, anders blokkeert hij. Hij moet vooruit denken, positief zijn en blijven hopen op een goed einde.
2
Het leven van Lukas neemt in recordtijd een tragische wending. Optimisme, levensvreugde en goed sociaal contact zijn veranderd in ellende, kombuis en miserie. Negatieve gedachten snijden hem uit zijn slaap. Elke nacht staart hij uren en uren naar het plafond. Hij zou graag willen dat zijn leven weer verandert en wordt zoals het ooit was. De primaire missie blijft dus hetzelfde, het pakket moet Wenduine bereiken als hij een stabiel leven terug wil en vooral om zijn vrouw Eline en zijn zoon Robin terug te zien.
Het is 7u45 uur als Lukas’ mobiele telefoon overgaat, een privé-telefoontje. Hij aarzelt even maar als hij nadenkt over het leven van zijn geliefden in gevaar, haast hij zich om de telefoon op te pakken. Aan de andere kant van de lijn spreekt een diepe stem tot hem: “Ik hoop dat u de brief hebt gelezen en dat u zich haast om het pakket te bezorgen.” Lukas zegt tegen hem: “Je vraagt me een onmogelijke missie gezien de lockdown waarin we nu in zitten.” De diepe stem vertelt hem dat hij nooit om onmogelijke missies vraagt, maar wel om moeilijke missies.
Hij geeft de telefoon door aan Lukas’ vrouw. Huilend smeekt zij hem de bevelen tot de kleinste details op te volgen. De telefoon gaat af. Lukas schreeuwt: “Eline, Eline, Eline …!” Niets aan te doen, Eline is niet meer aan de lijn. Hij weent machteloos.
Lucas moet noodgedwongen snel een oplossing vinden. De stem van Eline geeft hem een sprankeltje hoop: ze leven. Hij bewapent zich met moed en besluit strategieën te zoeken om het pakket te gaan bezorgen zodat het antiserum wordt gemaakt. De veiligheid van zijn gezinsleden heeft voorrang op al het andere. Hij moet zijn best doen om ze weer te zien.
3
Het leven is voor iedereen drastisch veranderd. Het nieuwe virus dwingt mensen om regelmatig hun handen te wassen, tegen hun wil asociaal te worden, mondmaskers te dragen en desinfecterende middelen te gebruiken. De wereld staat op zijn kop, mensen begrijpen niet echt wat er aan de hand is. De toekomst is niet rooskleurig. De lockdown heeft heel veel schadelijke gevolgen. De meeste bedrijven blijven gesloten. Enkel ziekenhuizen, apothekers en voedingswinkels blijven open. Sommige mensen zijn hun baan al kwijt en anderen twijfelen nog of ze langer mogen werken. Experts voorspellen een nieuwe recessie. Lukas vraagt zich af waarom moeder natuur zo’n drama heeft laten gebeuren.
Het is bekend dat El Conto verschillende ernstige terroristische daden heeft gepleegd. Ze zijn zeer gewild bij de grote wereldmachten om een einde te maken aan hun naamloze barbaarse daden. De lockdown verpest de jacht op deze niet bij naam genoemde criminelen. Nog een klap om mee te leven. Lukas mompelt: “Waarom vinden de autoriteiten deze terroristen niet om het proefvaccin op hen te proberen? Op die manier zou hun leven tenminste een doel hebben gediend.”
4
Lukas denkt aan de goede herinneringen met zijn gezin. Toen ze samen naar restaurant ‘De Hoop’ gingen eten en aan toen ze samen speelden in het vredespark. En aan die keer dat ze gingen wandelen een zee en een ijsje aten bij L’amour. Hij realiseert zich dat het leven kort is, dat alles op elk moment kan stoppen en dat hij moet genieten van de kleine genoegens dat het leven hem biedt. Om opnieuw gelukkig te worden moet hij dus Eline en Robin terug vinden. Hij zoekt bedachtzaam naar een snelle en effectieve oplossing. Hij onderzoekt de beste strategie om het pakje te leveren zonder dat hij opgemerkt wordt door de politie. Welk pad is het kortst en minst risicovol?
Lukas maakt een kopje koffie. Koffie helpt hem zich te concentreren. Koffiearoma vult een leeg appartement. Lukas zit aan zijn bureau. “Hoe kan ik naar professor Anderson gaan? Hoe kan ik ongemerkt Wenduine te voet bereiken? Hoe?”, denkt Lukas. Nu gebruik maken van een auto zou perfect zijn maar dit is verboden. Er zit niets anders op dan te wandelen.
Lukas strekt een kaart van het terrein voor zich uit. De steden lijken zo dichtbij en zo gemakkelijk bereikbaar. De mooie ellende van de kaart. Ze zijn als parels aan een ketting verbonden door een draad – de Koninklijke Baan en een tramnetwerk, die in de duinen liggen. En aan hun voeten spat het water van de Noordzee.
Via de zee? Nee, de politie patrouilleert de kust. Ze zullen hem vangen. Langs de Baan en de tramweg lopen is ook gevaarlijk. Openbare plaatsen kunnen niet worden gebruikt.
Wat moet hij doen?
Lukas onderzoekt de kaart verder: duinen, doorlopende duinen. Er zijn geen grote bossen, alleen hier en daar langs de Baan. Hoe kan hij zich verbergen tussen het zand? Op welke manier kan hij onzichtbaar worden?
De regen klopt op de vensterbank. Lukas sluit zijn ogen. Hij is moe van alle spanning en het onbekende, hij voelt zich helemaal alleen in deze gevaarlijke wereld. Buiten klinkt een donderslag.
5
Zijn herinneringen dragen hem naar de kust. Eline, Robin en hijzelf wandelden die dag langs de zee. Robin verzamelde schelpen om een ketting als cadeau voor Eline’s Moederdag te maken. Een windvlaag bracht snel grijze onweerswolken. Alles werd donker en een regenbui trof het gezin. Ze liepen naar de auto maar donder en bliksem maakten kleine Robin angstig. Vlakbij in de duinen lag een militair fort uit de oorlog. Het was bedekt met zand en wilde planten vonden er een nieuwe haven. De familie verstopte zich erin. Het was donker en vochtig, het rook er naar schimmel. Het fort is nu voor restauratie gesloten. Maar de overheid heeft niet genoeg geld om het te repareren.
Natuurlijk! De ondergrondse tunnels van het fort! Ze strekken zich uit langs de kust onder de duinen. Soldaten gebruikten ze tijdens de oorlog om te communiceren en wapens af te leveren. Lukas lacht. “Ja, ik heb een oplossing. Eline en Robin, ik zie jullie gauw!” Maar hoe komt hij onopgemerkt naar het fort? Lukas ijsbeert door de kamer. “Je mag alleen naar de dichtstbijzijnde voedingswinkels wandelen! Mensen die deze regel overtreden, worden gearresteerd. Alleen naar winkels!”, klinkt in zijn hoofd. Hij zal niet verder gaan dan de dichtstbijzijnde winkel.
Lukas gaat naar de spoelbak en wast zijn kopje. Eline vindt het heerlijk als het huis schoon en netjes is. Met haar straalt het appartement van reinheid. Hij zet het kopje op de plank en draait de kraan dicht. Het water stopt met stromen. Er heerst stilte. Lukas kijkt om zich heen. Zijn ogen vinden de kraan. Het water! Het stroomt via de regenpijpen naar de zee. Deze pijpen liggen niet ver van het fort. Lukas stuitert van anticipatie en andere gevoelens die hem overweldigen.
Hij draagt een jeans, een sweatshirt en een mondmasker. Zeker niet de aandacht trekken. Hij legt het belangrijke pakje in een plastic zak en steekt hem in zijn achterzak. Gsm, een lantaarn en documenten steekt hij in zijn kleine rugzak. Het regent. Politie. De politieagenten zijn verbaasd om een man te zien die bij zo’n slecht weer naar de winkel gaat. Ze controleren zijn ID-kaart.
Lukas slaat de hoek om. Er is niemand. Hij gaat naar het luik, tilt het deksel op en springt naar beneden. Het is donker en stinkt. Lucas steekt zijn zaklamp aan. Koud vuil water reikt tot aan zijn riem, soms zelfs dieper. Lukas beweegt in de richting van de waterstroom, naar de zee. Af en toe stapt hij op verschillende vreemde dingen in het water, dan weer hoort hij vreemde geluiden uit de pijp. Maar hij blijft doorgaan. Na een half uur begrijpt hij dat de zee dichtbij is: het waterpeil stijgt en hij hoort de geluiden van een draaikolk. Lukas ziet een licht boven. Hier is een uitgang. Hij gaat naar de trap en stapt omhoog. Gelukkig is de tralies oud en verroest. Ze gaan gemakkelijk open onder Lukas’ kracht. Lukas staat recht en kijkt in het rond. Hij ziet zand en de zee. Koude regen slaat in zijn gezicht. Voorzichtig kijkt hij om zich heen om te begrijpen waar hij is. Ok, een bekende plaats. Hij wandelde hier vaak met Eline en Robin. Zijn familieherinneringen maken hem verdrietig. Hij moet zich haasten!
Hij probeert zich te oriënteren. Als je zo ineens weer in het licht staat na een tocht onder de grond ben je een beetje verward. Hij stinkt vreselijk door het vuil en modder die rond zijn lijf hangt. De frisse licht doet hem deugd. Maar hij is zo moe en gespannen, bang.
Hij moet richting Westen. De honger begint aan hem te knagen. “Wie denkt nu aan eten?”, straft hij zichzelf maar hij is verzwakt door het hele gebeuren. “Lukas verman je”, denkt hij. Toch dwalen zijn gedachten af. Stel je voor dat hij niet op zijn bestemming raakt? Niet alleen met zijn familie kan iets gebeuren maar ook met hem. Plots zakt de moed hem in zijn schoenen. Als ik verder wil, moet ik even verpozen. Maar kan dat wel? Hij verschuilt zich even dichtbij een golfbreker, 5 minuutjes maar. Hij mag nu niet in slaap vallen. Plots herkent hij het restaurant ‘Het genoegen’. Hij tafelde er afgelopen zomer gezellig met Eline en Robin. Waar is de tijd? Hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
Lukas begeeft zich verder op weg richting ‘Het genoegen’. Nu hij dit restaurant heeft gezien, denkt hij dat hij het toch kan halen. Het MOET. Zijn wil om Eline en Robin terug te zien geeft hem ineens een geweldige boost.
Het huis van professor Anderson ligt op amper een halve kilometer van het café. “Dat moet toch lukken”, spreekt Lucas zichzelf moed in. “Ik ben nu al zover geraakt. Wat betekent een halve kilometer nog? Niets toch?” Hij zet het op een lopen. Dat gaat moeilijk, met die schoenen van hem die met water doorweekt zijn. Hij hoort zijn sompige stappen en probeert niet te denken aan de viezigheid waar hij net doorheen is gewaad. Dat is toch niks vergeleken met al het leed dat zich nu in de wereld afspeelt. De taak die hem op de schouders ligt, geeft hem letterlijk vleugels. Hij zal niet alleen Eline en Robin redden van een verschrikkelijke folterdood maar ook de hele wereldbevolking. Nog even en dan is hij er.
Een politiecombi komt aanrijden. Hij probeert zich zo klein mogelijk te maken zodat ze hem niet zien maar tevergeefs. De combi zet de sirene aan, komt vliegensvlug zijn richting uit en maant hem aan te stoppen. Lucas rent zoals hij nooit nog tevoren heeft gerend, hij sprint zo hard hij kan want de duivel zit hem letterlijk op de hielen. Maar het kan niet baten. De politie haalt hem in, overmeestert hem en gooit hem op de grond. “Waarom loop je weg als we zeggen dat je moet stoppen? Heb je iets te verbergen? Je bent toch geen terrorist van El Conto?” Lucas probeert zich te verweren maar slaagt daar niet in. Een politieagent zit op zijn lichaam en houdt hem met zijn volle 110 kilogram in bedwang. Lucas kan geen kant meer uit en kan ook moeilijk praten door dat zware gewicht boven op hem. De andere politieagent merkt het sigarenkistje op in de plastic zak, opent het en ziet er een laboratoriumbuisje in zitten gevuld met een doorschijnende vloeistof. “Zie je wel, een lid van El Conto die ook de andere 50% van de wereldbevolking wil uitschakelen met een nieuw virus. Naar het politiekantoor met hem!”
Lucas probeert duidelijk te maken dat hij het pakje dringend moet afgeven in Wenduine. Dat het voortbestaan van de hele mensheid van het succes van zijn opdracht afhangt, inclusief het leven van zijn vrouw en kind. Maar de politie gelooft hem niet. “Zwijg. Stop met liegen. Waarom zouden we onze tijd verspillen aan een vuile terrorist als jij!” Lucas roept zijn onschuld uit en blijft op de politie inpraten. Maar opeens verliest een van de politieagenten zijn geduld, haalt zijn matrak boven en slaat er Lucas mee op het hoofd. Lucas daalt af in een diepe duisternis. De politie sleept hem mee de combi in en neemt hem mee naar het politiekantoor. Ze slaan zich op de borst en zijn supertrots dat ze een terroristische aanslag hebben verijdeld. Dat levert hen zeker promotie op.
157 dagen later: de wereld is nog steeds in quarantaine, er is geen enkel zicht op beterschap. Het vinden van een antiserum lijkt nog jaren te gaan duren. Lucas zit in de gevangenis en wacht op zijn vonnis. Hoe het met zijn vrouw en zoon gaat, weet hij niet.