“Ik wil helpen het taboe rond psychische kwetsbaarheid te doorbreken”

26 jun 2025

Banafshe Hashemi is 30 jaar. Ze groeide op tussen oorlog en onderdrukking. Als kind moest ze vluchten en leefde ze jarenlang als vluchteling. Pas toen ze in Oostende aankwam, voelde ze voor het eerst iets meer ademruimte. Hier begon haar zoektocht naar vrijheid. Die weg was niet gemakkelijk. Ze werd gedwongen om te trouwen. Het huwelijk bracht haar geen geluk. Na een moeilijke scheiding bleef ze alleen achter. De eenzaamheid was zwaar. Toch bleef Banafshe sterk. Ze besloot haar leven zelf in handen te nemen. Ze droomde ervan om psychologie te studeren, waar ze intussen mee bezig is. Ze wil andere vrouwen helpen. Ze wil tonen dat je ook na pijn en verdriet opnieuw kan beginnen. Ook wil ze het taboe rond psychische kwetsbaarheid doorbreken. “Mensen praten er te weinig over, maar het is zo belangrijk,” zegt ze.

“Elke dag voel ik de wil om iets van mijn leven te maken.”

Gezondheidscafé in Antenne. © Femke den Hollander

Als klein meisje groeide Banafshe op in Kaboel, de hoofdstad van Afghanistan. In 1994 namen de Taliban op een gewelddadige manier de macht in het land. Het was te gevaarlijk om te blijven. De ouders van Banafshe vluchtten samen met hun drie kinderen. Ze reisden met de bus het land uit. Ze vonden een nieuwe plek in Isfahan, een stad in Iran. Daar gingen ze wonen met andere familieleden en vrienden. Banafshe mocht, net als veel andere meisjes, maar weinig naar school. Haar kansen waren beperkt, gewoon omdat ze een meisje was.

“Ik was vijf jaar toen we uit Kaboel zijn gevlucht. Ik herinner me niet veel van die tijd, bijna niets van de stad. Isfahan, in Iran, is de stad waar ik ben opgegroeid. Het is een stad met een rijke cultuur, in een land dat op veel manieren mooi is. Maar het regime is streng. Het voelt alsof mensen er niet vrij kunnen ademen. Voor buitenlanders, vooral vrouwen, is het nog moeilijker. Als buitenlandse vrouw mag je er niet werken. Je moet thuis blijven en zorgen voor het huis en de kinderen. Drie jaar geleden kreeg ik een huwelijksaanzoek van een verre neef. Hij woonde in Nederland. Ik ging akkoord en volgde hem naar de stad waar hij wilde wonen: Oostende. Ons huwelijk duurde maar een paar maanden. Mijn ex-man gaf mij geen vrijheid. Ik mocht niet alleen de straat op. Hij verbood mij om een rijbewijs te halen, en zo ging het maar door. De scheiding was een heel moeilijke tijd. Ik bleef alleen achter, zonder iets. Maar… voor het eerst in mijn leven voelde ik me vrij. Elke dag voel ik de vaste wil om iets van mijn leven te maken.”

“Veel vrouwen in mijn omgeving hebben het moeilijk. Ik wil hen helpen.”

“De eerste maanden in Oostende waren bijzonder moeilijk. Ik kende niemand, behalve mijn man. We waren naar Oostende verhuisd omdat hij hier familie had. Zelf kende ik hier helemaal niemand. Toen ik ziek werd, wilde mijn man niet met mij naar de dokter gaan. Hij zei dat het niet kon omdat ik nog geen ziekenfonds had. Nu weet ik dat dat niet waar was. Mijn ex-man gebruikte mijn onwetendheid om mij pijn te doen. Dat besef doet nog steeds pijn. Ik zie vandaag veel vrouwen in gelijkaardige situaties. We moeten hen als samenleving beter kunnen helpen. In die periode voelde ik me heel erg eenzaam.

Gelukkig bracht mijn leerkracht Nederlands mij in contact met iemand van FMDO*. Dankzij hen kon ik andere mensen leren kennen. Nu ken ik al redelijk wat mensen in Oostende. Ondertussen werk ik zelf als vrijwilliger bij FMDO. Ik werk rond gezondheid en vrouwenrechten. Dat geeft mij kracht.”

“Ik wil het taboe rond psychische kwetsbaarheid doorbreken.

“Ondanks die moeilijke periode ben ik blij dat ik de stap heb gezet om naar hier te komen. Vandaag zie ik hoeveel vrouwen uit andere culturen het moeilijk hebben. Ze zitten vaak vast tussen de tradities waarin ze zijn opgegroeid en hun verlangen om iets van hun leven te maken. Die tradities houden hen soms tegen. Ze mogen zich niet vrij ontwikkelen. Toch willen ze iets betekenen voor anderen. Bijvoorbeeld door te studeren en later te werken als leerkracht, verpleegkundige of dokter. In september begon ik aan de hogeschool en startte ik met een opleiding psychologie. Als het goed gaat, wil ik ook mijn master halen. Daarna wil ik als therapeut aan de slag gaan. Ik zie veel vrouwen in mijn omgeving die psychische problemen hebben. Ik wil leren hoe ik hen op een goede manier kan helpen. In Oosterse culturen heerst er vaak nog een taboe op psychische hulp. Mensen durven er niet over praten of hulp zoeken. Dat wil ik veranderen. Ik wil dat taboe helpen doorbreken. Dat is mijn grote motivatie. Daarom werk ik elke dag hard aan mijn toekomst.”

“Er blijft een tekort aan oefenkansen om Nederlands te oefenen in Oostende.

“Als ik burgemeester van Oostende was, zou ik nog veel meer doen om nieuwkomers te helpen met het leren van Nederlands. Er zijn te weinig kansen om de taal te oefenen. Daardoor duurt het voor veel mensen lang om goed Nederlands te leren spreken. Sommigen raken daardoor ontmoedigd. Ze missen kansen op werk, en dat is jammer. Niet alleen voor hen, maar ook voor het land. Zo gaan er veel goede arbeidskrachten verloren. Soms krijgen mensen brieven die ze niet begrijpen. Daardoor komen ze in de problemen. Taal is zo belangrijk. Daarom moet taalonderwijs een veel grotere prioriteit zijn.”

“Door te vasten, voel ik mezelf ik een beter mens. Dat is wat ik wil.

“Mijn favoriete plek in Oostende is de zee. Als ik tijd heb, wandel ik er elke dag langs. Dan word ik rustig en verdwijnen mijn zorgen. Ik doe ook aan fitness, om mijn lichaam sterker te maken. En ik leerde fietsen. Ik haal veel kracht uit mijn geloof. In de Koran staat dat vrouwen het recht hebben om hun eigen keuzes te maken. Ze mogen hun leven zelf bepalen. Dat probeer ik hier al een kleine twee jaar te doen. In de eerste plaats door heel intensief Nederlands te leren. Dat is niet gemakkelijk, maar het is nodig.”

“Veel mensen hebben een verkeerd beeld van de islam. Maar onze godsdienst leert ons juist om goede mensen te zijn. Om anderen te helpen en goed te doen. De meeste moslims proberen op een goede manier te leven. Als ik meedoe aan de ramadan, dan doe ik dat bewust. Niet omdat het moet, maar omdat ik het belangrijk vind. Door te vasten voel ik wat het is om honger te hebben. Zo begrijp ik mensen die in armoede leven beter. Dat maakt mij een beter mens. En dat is wat ik wil.”

Congé Cultuur © Femke den Hollander

* FMDO vzw (Federatie Mondiale en Democratische Organisaties) verbindt en versterkt mensen in deze diverse samenleving en doet dat met sociaal-culturele verenigingen van mensen met een migratieachtergrond en gedreven vrijwilligers die het hart van FMDO vormen. www.fmdo.be.

Tekst door Bruno Weyns

Deel